Sinterklaas kapoentje.

Het is weer die tijd van het jaar. Sinterklaas is in aantocht. Wat leuk voor de ene, de andere knarsetand en nog anderen laat het koud. Wat het ook mag zijn, wij mensen hebben behoefte aan mythes, legendes en sprookjes en Sinterklaas is er zo een. Jammer genoeg is slavernij geen mythe, legende of sprookje. De mensen die het hebben meegemaakt hebben enorm afgezien. Deze mensen hadden meestal kroeshaar, dikke lippen, droegen gouden oorringen en waren, ja zwart. Hier heeft men een karikatuur van gemaakt en dat is dé Zwarte Piet. Met deze kenmerken kun je niet ontkennen dat dit ‘kinderfeestje’ zijn wortels heeft in de slavernij.

Hier in België beweert men dat Zwarte Piet een ‘kindervriend’ is. ‘Wat kletsen de mensen’, ‘Iedereen houdt van Zwarte Piet’. Ja, dat is waar, maar daar ligt het probleem niet. Het ligt niet bij het vieren van een feest door kinderen waarop snoep en cadeautjes worden uitgedeeld. Het probleem ligt verder, dieper en pijnlijker.

Wij mensen handelen voor bijna 90% vanuit ons onderbewustzijn. Steek je daar verkeerde informatie in, komen er verkeerde handelingen uit. Deze figuur Zwarte Piet is een zwarte knecht/ zwarte ‘kindervriend’ met ondergeschikte positie aan de blanke Sinterklaas. Dat is de informatie die je vanaf de kindertijd naar binnen krijgt; zwarte mensen zijn de knecht, zwarte mensen zijn ondergeschikt, zwarte mensen zijn tweederangs en dat is foutieve beeldvorming. En zo wordt racisme geboren. Racisme is het toekennen van overdreven waarde aan een bepaald ras, alle anderen zijn inferieur.

We zeggen allemaal kinderen zijn kleurenblind en dat is ook zo. Maar wat gebeurt er dan in de periode tussen kind zijn en wanneer ik als zwarte muziekleerkracht de deur open voor de ouders van mijn toekomstige leerlingen en ik ze letterlijk zie terug deinzen? Of wanneer ik ga solliciteren en gekwalificeerd wordt geacht, maar de job niet krijg vanwege mijn uiterlijk? Of ik niet geholpen wordt in de winkel ook al is het mijn beurt? Hoe komt dat?

Wel, ik denk dat het allemaal te maken heeft met jarenlange foute informatie die aan ons onderbewustzijn is gevoed, en dat vooroordelen creëert. Om die reden zou deze heilige ‘traditie’ moeten veranderen (Let wel: niet verdwijnen! Je ontneemt een rasechte Surinamer niet zomaar een reden om te feesten)

Ik zal niet snel iemand racistisch noemen, want ik weet dat vooroordelen in ieder van ons zit, dus ook in mij. Wij mensen handelen vaak vanuit foute of slechte informatie. En het Sinterklaas gebeuren, in zijn huidige vorm, is zo een slecht informatiemoment.

The Trans Mongolian Experience

Peter en ik hebben het deze vakantie ver gezocht. Een ‘once-in-a-lifetime’-reis met de Trans Mongolian Express. De treinreis is een echte aanrader! Er zit net genoeg ontbering in om het spannend en interessant te houden.

Het begint al bij de Russische provodnitsas (de treinbegeleiders die je best altijd gehoorzaamt). Een functie waarbij de twee belangrijkste criteria om aangenomen te worden, streng en onwrikbaar lijken te zijn. Ik moet dit toch een beetje nuanceren, want na 4 dagen en 4 nachten op een kluitje in een wagon met één samovaar en twee oude toiletten, was de helft van het duo provodnitsas wat ontdooid en kon er een lachje en wat onverstaanbare informatie af.

Maar mij boeide de verschillende ontmoetingen op de trein met allerlei mensen. Op zo een reis merk je goed wat mensen bindt. De taal is een zeer belangrijke factor. We zijn ook vaak opgetrokken met een groep Nederlanders die een overlappend reisschema hadden.

De eerste dag tijdens een van de langere stops van de trein, kwam ik een non uit Rwanda tegen. Ze was gekleed in het welbekende moeder Theresa-gewaad. Ik vroeg haar wat een zwarte non hier in Perm, Rusland komt doen en of haar hulp in Rwanda niet meer nodig was. Zuster Jeanette of te wel Concelia kwam ons later opzoeken in onze coupe en vertelde haar verhaal. Zo kregen we inkijk in wie zij is en waarom ze dit doet. Maar ook haar visie op de Russische samenleving interesseerde ons.

Ook de ontmoeting met de kleine Igor uit Irkoetsk, die na een vakantie in Perm bij zijn grootouders, terug naar huis ging. Het was grappig omdat ik hem al een paar keer rond mij zag cirkelen op het perron. Hij schraapte zijn moed bijeen en sprak me aan in het Engels. Hij dacht natuurlijk dat ik uit de VS kwam. Zwarte mensen zijn zeker in deze delen van Rusland niet dagelijks te zien, dus had ik wel wat bekijks. Ik prijk dan ook in diverse fotoalbums van het Rode Plein tot op de Muur.

Ik heb het meestal toegestaan om te poseren met weet ik veel welke familie. Ik zag het als het effen-van-het-pad voor de volgende zwarte medemens die dan niet meer lastiggevallen zal worden voor een foto. Ik kon ermee lachen en zij ook. Als ze mijn huid of haren wilden voelen of als ze dmv een kleine controle wilden weten of mijn borsten echt waren heb ik dat vrolijk toegestaan zonder mij een object te voelen. Bij het laatste heeft Peter als een echte diplomaat het reciprociteitsprincipe toe gepast. ‘You touch mine, I touch yours’ , met grote hilariteit als gevolg.

Black lives matter

Iedereen die me kent weet dat pessimisme niet mijn ding is en zeker niet op vrijdag. Maar ik voelde me afgelopen vrijdagmorgen verdrietig, gewond, machteloos en moe. Het zinloos geweld in de VS kwam al aan de ontbijttafel aanwaaien. Politieagenten tegen weerloze burgers en nu burgers tegen de politie. Het doet pijn omdat het gaat over mensen die eruit zien zoals ik. Een ieder zich respecterend wezen weet dat wat deze overwegend blanke politieagenten doen tegen vooral zwarte mannen onjuist is. Ik keur af wat deze schutter gedaan heeft, maar als elke dorpsgek in de VS legitiem een wapen mag dragen, dan heeft de schutter van donderdag misschien de theorie van de NRA topman Wayne LaPierre in praktijk gezet “The only thing that stops a bad guy with a gun is a good guy with a gun.” Wie zal uitmaken wie de good guys zijn en wie de bad guys.

Woensdag had ik een vriendin uit Zimbabwe hier op bezoek. Ze vertelde me hoe ze door de buschauffeur vernederd werd gewoon omdat ze niet blank is.
Tijdens mijn opleiding werd ik gevraagd of ik ooit racisme had meegemaakt. Mijn medestudenten maakten opmerkingen als ‘niet tegen jou hé Astrid’, ‘je spreekt perfect Nederlands’, ’je bent zo lief’, ‘iemand die zoveel heeft gedaan en gezien toch zeker niet’. Ik keek naar hen en dacht hoe niets vermoedend sommige blanke mensen wel zijn…

Al wat zij opnoemden beschermt een gekleurde mens niet tegen racistische daden. Want mijn vriendin uit Zimbabwe is goed opgeleid, leert Nederlands en is lief, maar het zal de buschauffeur een worst wezen.

Weet je, je kunt blijven zeggen dat het probleem van racisme zit bij de mensen die die handelingen plegen, maar als jij de persoon bent die het ondergaat, word je soms toch heel moe en pessimistisch.

Welkom thuis

image

Niet te geloven, ik ben al bijna drie weken terug uit Suriname. Ik heb het moeilijk gehad de eerste dagen. Na een vliegreis van 9 uur had ik me aan van alles en nog wat verwacht op Schiphol na het bericht van Peter over honden en dranghekken. Maar neen hoor: niets!! Geen honden, geen dranghekken enkel vriendelijke domme vragen. Aan de uitgang stonden drie gasten van de security die mij vroegen of ik iets aan te geven had. Ik zei neen, maar dat ik wel een vermoeden had dat ze het zelf wilden controleren. Dus hup, mijn koffer van 23 kg en mijn handbagage van 20 kg door de scanner. Ik vroeg aan de man wat er vandaag gebeurd was, waar al hun speciale maatregelen gebleven waren? Ik had mij er helemaal op voorbereid. ‘Nu ga ik zo lang op de Thalys moeten wachten,’ zei ik hem. Hij moest lachen en wenste mij een goede dag.

Eindelijk op de Thalys verwenste ik mezelf waarom ik weer zoveel had meegesleurd. Als je moe bent lijkt elke kilo wel twee te wegen. Maar tante die was nog afgekomen met die mango’s die ik zo graag at en nicht zus had nog snel de uitstekende pindasambel meegebracht. Je kunt geen neen zeggen dus verdwijnt het in het laatste hoekje van de koffer. Waardoor je met een bevend hart vertrekt uit de stad richting luchthaven, met de gedachte: ‘wat gaat dít mij kosten!’ Ik had “geluk” en ik kon gratis met al mijn kilo’s vertrekken.

imageMijn eerste dagen, neen mijn eerste week terug werd ik begroet door koude en slecht weer. Al op het vliegtuig hoor de ik dat we na 9 uur vliegen slechts 10% van de temperatuur uit Suriname over hadden. Wat heb ik toch gedaan? Waarom wil ik hier terug zijn?, ging het door mijn hoofd. En mijn lieve schoonzus en de positieve na-regen-komt-zonneschijn-berichten hielpen ook niet. Ik wilde gewoon dat iemand zei: ‘wat een rot weer!’ Maar iedereen deed zijn ding en Peter was er ook niet om tegen te klagen. Het enige dat hielp was als ik in de gang mijn ‘Welkom Thuis’ plakkaat gemaakt door Peter zag staan en de prachtige bos bloemen van mijn zoon en vriendin in de woonkamer. Ja, ik ben weer thuis en ik ben een beetje blij.

Astrid

Mouth and mind

Ik schrik er zelf van. Ik ben bezig aan de laatste week van mijn 3 maanden hier in Suriname. Wat kan ik zeggen…. Het was fantastisch, formidabel… Ik heb veel toffe dingen gezien, prachtige mensen ontmoet, mijn man die op bezoek is geweest en vooral lekker gegeten. Maar ik heb ook de economische situatie zien verslechteren. Ik heb een deja vu gevoel want hetzelfde is hier 25 jaar geleden ook gebeurd.

Toen ik hier aankwam eind januari was de wisselkoers voor 1 euro, SRD 5,15. Nu 3 maanden later en evenveel valutaveilingen is de koers gestegen naar SRD 7.25 voor 1 euro. Dat betekent dat de mensen hier op 3 maanden 40% minder kunnen doen met hun geld. Want de handelaren wachten niet en verhogen a la dol hun prijzen.

Zo stond ik afgelopen week weer in de cambio. Mijn moeder zat in de auto te wachten op mij. Ik moest eerst euro’s pinnen aan het ene loket en ze dan wisselen om de hoek aan het ander loket. Ik vroeg de juffrouw wat de koers was. Er staat een richtkoers op het bord maar ik heb, aangezien ze me daar nu kennen, altijd een iets andere koers gehad. De juffrouw antwoordde: ‘6,85.’ Ik hoor mijn mond zeggen: ‘Zo weinig!’ Tegelijkertijd valt mijn oog op mijn moeder in de auto met haar pensioentje in SRD’s en mijn hoofd zegt: ‘Zo veel!’ Ik ervaar een schizofreen, verscheurend moment tussen mijn mond die meer wil en mijn hoofd die zegt: ‘dit is niet goed’. Lachend voegde de juffrouw er aan toe: ‘maar u krijgt 7.25…’

200 BPM

Het is dinsdag en normaal gesproken heb ik les, maar vandaag niet. De SO-periode (SchoolOnderzoek) is begonnen, het is te zeggen het moest begonnen zijn, maar mijn lessen zijn weggevallen. Ik heb mijn tijd dan gevuld met een afspraak met een leerkracht die ik wil interviewen in verband met het project rond startende leerkrachten. Bij aankomst op school zie ik op het mededelingenbord dat ze afwezig is. Bummer!

Dan maar een beetje voorbereiden voor mijn volgende afspraak later op de dag. Als ik nu nog een plekje kan vinden waar ik dat rustig kan doen. Overal is bezet; de lerarenkamer die niemand wil gebruiken, de ruimte van de leerlingenbegeleidsters, de bibliotheek is nog gesloten. Ik zet me dan gewoon bij de administratie, het kloppend hart van de school. En vandaag heb ik het gevoel dat dit hart wel 200 bpm (beats per minute)klopt. Het loopt vol met leerlingen die iets hebben mispeuterd. Leerlingen met een verkeerde schoolbroek of de lastigaards die de leerkrachten weer hebben gebrutaliseerd of laatkomers die de bus hebben gemist en ook wel leerlingen die hun kerstrapport nog niet hebben ingeleverd.

Midden in dat gewoel vind ik een tafel en een stoel en begin ik te werken. Het valt me ook op dat er veel ouders aanwezig zijn met hun zoonlief om de directeur te spreken. Sommigen zien er boos uit en niemand heeft tijd.
Ik werk rustig door. Dan staat plots een leerkracht voor me. ‘Mevr. Belliot zou u ons kunnen helpen. We zoeken iemand om in te vallen, u moet gewoon bij de leerlingen zitten terwijl ze een film bekijken’. ‘Is goed,’ zeg ik, ‘ik zal het doen.’ Daar ga ik weer met de laptop in de hand. Hier wordt je getraind om flexibel te zijn, samen te werken en oplossingen te vinden.

Terug op de administratie zie ik weer een mooi staaltje van deze competenties. Een leerling die een SO moet maken (want er zijn toch SO’s voor sommige vakken) is niet in uniform op school. Hij wordt door de leerkracht naar de directie gestuurd. Blijkt dat hij zijn uniformhemd bij zich heeft, maar hij doet het niet aan omdat alle knopen er af zijn. De onderdirecteur (OD) samen met de dames van de administratie zorgen ervoor dat de leerling zijn hemd door middel van paperclips bij elkaar gehouden wordt, zodat hij toch kan deelnemen aan het examen. Drie kwartier te laat vertrekt de leerling lachend toch nog naar het examen.

Odi odi (gegroet)

If yu no wani odi odi yu no musu meki yu oso na sey pasi. Dit is een bekend spreekwoord in Suriname waarvan ik geen equivalent ken in het Nederlands. Letterlijk betekent het: ‘als je niet gegroet wil worden moet je je huis niet langs de baan bouwen’. Dit spreekwoord geldt helemaal voor het huis aan de Tokailaan no 1 waar mijn moeder woont. De familie Bottse woont daar al meer dan 75 jaar, zij zijn dus heel bekend bij jong en oud. Als mijn moeder na haar dutje om 16:00 op haar balkonnetje komt zitten begint de odi odi. ‘Dag oma’, ‘dag mevrouw Bottse’, ‘dag vrouw Susan’, ‘mammie hoe gaat het?’ ‘Goede middag’, zo gaat het de hele middag en vooravond door. Af en toe vraag ik: ‘wie is dat?’. ‘Dat is de dochter van mevrouw X die heeft gewoond aan de Y straat of de kleinzoon van mevrouw Z van tegenover de kerk’ enz. Maar regelmatig hoor ik ook: ‘ ik weet het niet’. Dat stelt mij dan gerust, het is toch niet zo erg gesteld met mijn mensenkennis. Na een week doe ik vrolijk mee.

Dit zijn de mensen die niet blijven staan voor een praatje, maar dan heb je ook de dagelijkse praatjesmakers. Steven de Haïtiaanse nachtwaker die hier al meer dan 20 jaar woont en nog steeds de lokale taal gebrekkig spreekt, of Jerry de schoonzoon van mijn moeder haar beste vriendin. Hij snoeit ook haar planten en heeft de kwalijke gewoonte zichzelf al van op afstand aan te kondigen. Of Henkie, de zoon van een collega van mijn vader (wijlen), die na zwaar drugs gebruik gehandicapt is geraakt.

Vandaag heeft mijn moeder Henkie kunnen behoeden voor arrestatie. De politie was bezig al de illegale parkeerwachters bij de Combémarkt op te pakken en Henkie liep daar toevallig tussen. Aangezien hij lijkt op het gespuis dat daar ongevraagd de parking verzorgt, wilden de politie agenten hem arresteren. Mijn mama kon dat voorkomen door te zeggen dat hij voor haar werkt. Wat en klein beetje waar is als je wat gras uittrekken, het terrasje vegen, de planten wateren en de occasionele boodschap werk kunt noemen.

In ieder geval Tokailaan no 1 staat bekend als de plek waar je altijd voor een bordje eten, een recept voor een oso dresi (kruidenmedicijn) of wijze raad kunt aankloppen.

Praktijkles en Update

Vandaag heb ik op de school een praktijkles Bouwkunde gevolgd. Het ging over gereedschap voor de schilder. Uit het kennismakingsgesprek met de leerkracht bleek dat we op dezelfde muloschool hebben gezeten, hij twee jaar voor mij. En hij kon zich nog details herinneren die ik compleet vergeten was. Het ging zover dat hij wist welk nummer ìk had gezongen op het lustrum van de school. Over een olifantengeheugen gesproken!

Terug naar de les. Bij binnenkomst in de klas excuseerde de leerkracht zich voor de vele muggen in het klaslokaal. Gelukkig had hij nog muskietenwierook, dat zeer effectief bleek te zijn. De les begon een half uur te laat nadat drie van zijn vijf leerlingen waren binnen gedruppeld. In Suriname is het de kleine regentijd en dat zorgt voor veel vertraging of zelfs afwezigheid bij de leerlingen.

Het cursusmateriaal was een vier bladzijden dikke fotokopie van een doorslag. Een doorslag…? Ik had dat woord al in geen eeuwen meer gehoord. Bestaat zoiets nog behalve in een museum? Ik zag het origineel bij de leerkracht. En ja hoor het was een museumstuk. Zoiets dat je enkel met witte handschoentjes mag aanraken of anders valt het in duizend stukken uit een. En het was bijna zo ver. De handgetekende afbeeldingen waren door het vele kopiëren, gewone zwarte vlekken geworden.

Maar de leerkracht gaf goed les, maakte prachtige tekeningen op het bord en de ondertussen vier leerlingen waren geïnteresseerd. En ik zat achter in de klas in de rook van de muskietenwierook te denken met welke teletijdmachine ik dit tafereel naar de 21ste eeuw zou kunnen katapulteren.

Update Presentatie

Onze presentatie op woensdag was een succes! We hadden 12 zeer geïnteresseerde beginnende leerkrachten (de groep voor wie het eigenlijk bedoeld was). Ze hebben flink gediscussieerd en je voelde de nood aan zo een ‘workshop’. Inderdaad het was ondertussen een workshop geworden. De aanwezigen vonden dat de hele school dit zou moeten volgen. We hebben goede feedback gehad, de leerkrachten vonden het zeer relevant. De presentatie zou 40 minuten duren maar het is uitgelopen tot een uur en een kwartier. Sommigen wilden zelfs niet weggaan. Al bij al geslaagd.

Presentatie

Arlieke (mijn collega op de school) en ik zijn aan het begin van onze stage door de directeur gevraagd om een presentatie te houden over klasmanagement voor beginnende leerkrachten. Wij hebben uit de eerste hand kunnen ervaren dat er rond dit thema veel problemen op school zijn. We zijn direct aan de slag gegaan en hebben o.a. casussen opgesteld a.d.h.v. situaties die wij hebben meegemaakt. Donderdag was de voorbereiding voor de 17 startende leerkrachten in kannen en kruiken. Nog even doorsturen naar onze stagebegeleider.

Vrijdagmorgen kregen we een telefoontje van onze stagebegeleider, waar er verwarring klonk over het aantal deelnemers aan de presentatie. In plaats van 17 starters zou het hele onderwijscorps aanwezig zijn. Onze ogen tolden!

Later op de dag waren we op de stageschool. De stagementor, een zeer capabele leerkracht, vertelde ons dat het bestuur toch besloten had om onze presentatie schoolbreed te laten doorgaan en dat ze officieel bij het ministerie toestemming hadden aangevraagd om de school vroeger te sluiten. Arlieke leek een beetje in paniek. Ik stelde haar gerust door te ‘goochelen met aandacht’. Ik zei haar als ze mijn leeftijd en die van haar optelt en deelt door twee dat we dan dichtbij de gemiddelde leeftijd van de groep van 60 man zullen zitten.
We kijken alvast uit naar woensdag: de dag waarop we de presentatie zullen doen.

De Radio

De radio is een zeer belangrijk medium in Suriname. Velen, vooral de mensen van mijn moeders generatie, luisteren naar de radio en halen daar hun informatie over het gebeuren in binnen- en buitenland. Op de hoeken van de straten, onder de amandelbomen aan de waterkant of langs de hekken van de Volks Credit Bank wordt er druk gediscussieerd over het vernomen nieuws.

Op zondagmorgen is het Dr. Bakker die het volk medisch voorlicht. Soms controversieel omdat er een mespuntje politiek in wordt vermengd, maar meestal heel relevant. Vandaag gaat zijn verhaal over het ZIKA-virus en het ethische vraagstuk abortus daaraan verbonden. Met medische feiten, filosofische inzichten en religieuze bedenkingen onderbouwt hij zijn betoog. Hij bewaakt zorgvuldig de grens tussen eigen menig en voorlichting.

De telefoonlijnen worden open gegooid, want ook dat is Suriname. Het volk heeft inspraak via de telefoon en men maakt daar gretig gebruik van. Mijn moeder had mij al gewaarschuwd over het fenomeen mevrouw Z.W. Ze zei: ‘ hopelijk belt ze niet!’ Bij het eerste telefoontje is het al raak, het was Z.W.! Het voorzichtig opgebouwde betoog van Dr. Bakker werd teniet gedaan en in de plaats kwam een resem van onsamenhangende tegenargumenten van mevrouw Z.W. Na 5 minuten vroeg de dokter haar beleefd om af te ronden. De volgende beller was het niet eens met mevrouw Z.W. En zo verzandde een zeer belangrijke discussie in een programma van boze reacties over mevrouw Z.W. Ongelofelijk!